15 hospitalitywoorden die jij allang kent (en ik moest leren)
Mijn eerste bijbaan had met eten te maken. Daarna was ik meteen voor het leven verknocht aan hospitality. Nee geintje, zo ging het niet. Maar de wereld van eten, drinken en slapen is wel een rode draad in m’n carrière. Meer daarover in dit blog. En nog 15 hospitalitywoorden die ooit nieuw voor mij waren. Verwonder je.
Op m’n 16e kreeg ik een bijbaan in de keuken van het ziekenhuis in Woerden. Daar stond ik in de weekenden ‘s ochtends aan de lopende band tientallen ontbijtjes, lunches en ruim 800 avondmaaltijden op te scheppen. Klinkt saai, was superleuk. Wel koud in een ruimte met een temperatuur van 11 graden. Ik hield het werk zo’n 6 jaar vol. Daarna ging ik het theater in.
Stressen in een theater
Ik werd cateringmedewerker. Vanaf 17.00 uur in het restaurant dinergasten hun plek wijzen, bedienen, alles afruimen en schoonmaken. Oftewel: stressen totdat alle mensen op tijd in de zaal zaten voor Dirty Dancing.
Rond 20.00 uur m’n pauzebar opbouwen. Om 21.00 uur de toegestroomde massa voorzien van koffie, fris, bier (+ hoofdrekenen als een malle). Daarna weer opruimen en bar en restaurant klaarmaken voor de volgende dag. Eventueel nog een bardienst tot sluit in de disco.
Ik denk nog vaak aan die plek, want het was een unieke werkomgeving. Maar ik word er ook aan herinnerd omdat ik een litteken overhield aan een scherf van een kapot melkkannetje dat ik wilde opvangen met m’n been.
Gastvrijheid in de schoonmaak
Toen ik uitgestudeerd was, 3 maanden had gebackpackt en daarna echt aan de bak ging, kwam ik als communicatiemedewerker terecht bij een schoonmaakopleider. Daar ging het zijdelings over hospitality.
Hygiëne is natuurlijk een belangrijk onderwerp in de horeca, maar gastvrijheid (en klantvriendelijkheid) in de schoonmaak is ook een ding. Alles draait om kwaliteit leveren met de gast in het achterhoofd.
Lol met Zuid-Tirol
Aan een volgende baan als pr-consultant bij een destinationmarketingbureau kon ik m’n foody- en reishart ophalen. Ik was medeverantwoordelijk voor de promotie van de Italiaanse provincie Zuid-Tirol op de Nederlandse markt. En soms een beetje Portland en Cruise America. Dat hield in: content schrijven, beurzen bezoeken en persreizen regelen. Ik mocht zelf ook 2 keer naar Zuid-Tirol. Aanrader. Ik bedoel: ze hebben daar 20 sterrenrestaurants!
Schrijven over food en gastvrijheid
Als freelancer mag ik gelukkig ook schrijven voor opdrachtgevers die fan zijn van eten, drinken en reizen. Zoals Unilever, Interbanket, Horecava, Hellmann’s, Shoot My Food, Ede Marketing, L1NDA en reisblog Reisdoc.nl.
De afgelopen jaren kwam ik in deze branche dus al allerlei vaktermen tegen. Hospitalityjargon.
15 hospitalitywoorden die ik leerde
Maar jij spreekt vast al vloeiend hospitality. Verwonder je over deze basiswoorden die ooit nieuw voor mij waren.
1. Hospitality
Gastvrijheid in het Engels, ja dat snapte ik in 2012 ook wel. Welke expertises er allemaal mee samenhingen leerde ik later.
2. Portioneren
Duur woord voor eten opscheppen. Officieel: het samenvoegen van (bulk)componenten tot individuele maaltijden. Mijn eerste bijbaan.
3. Poleren
Vlekvrij afdrogen van bestek, servies en glazen. Eerste keer dat ik dit hoorde dacht ik aan iets met kip, want ik verstond poelieren.
4. Uithalen
Tafel afruimen. Een nog chiquer woord is debarrasseren.
5. Viertje
Is gewoon een tafel met 4 mensen, maar ik vond het een grappig woord.
6. Front-of-house
Alle plekken waar gasten mogen komen, zoals bar, restaurant en wc’s.
7. Wijkhoofd
Heeft niks te maken met huizen of collectes, maar met het beheren van een groep tafels in een restaurant (en aansturen van de runners). Was ik ooit.
8. Mondgevoel
Het gevoel dat eten of drinken in je mond achterlaat. Snapte ik wel, maar bijzonder woord.
9. Dark kitchen
Een keuken alleen voor het maken, bezorgen en afhalen van online bestellingen. Geen fysiek restaurant dus. Ook wel ghost kitchen.
10. Meat-me-halfway-concept
Minder vlees en dierlijke producten eten zonder meteen volledig vegan te gaan. Denk aan een veel kleiner stuk (biologisch, lokaal) vlees dan normaal serveren.
11. PMS
Niks geen menstruatiesyndroom, maar gewoon een property management system. Handig softwaresysteem voor hoteliers.
12. OTA’s
Afkorting van Online Travel Agencies: boekingssites zoals Booking en Airbnb.
13. Shoulder season
Seizoen tussen laag- en hoogseizoen in.
14. Incentive travel
Reizen om werknemers of klanten mee te motiveren of belonen.
15. MICE
Muizen? Afkorting van Meetings, Incentives, Conventions en Events, een segment in de zakelijke reismarkt.
Nog even iets over de vloek van kennis
Van bovenstaande woorden hoef ik de betekenis inmiddels niet meer op te zoeken. Maar dat is tegelijkertijd een probleem.
Want ken je de vloek van kennis? Dat houdt in: jij weet iets en je kunt je niet meer voorstellen hoe het is om datgene niet te weten. Je gaat er bijvoorbeeld van uit dat iedereen bepaald jargon snapt.
Woorden waarvan je vroeger dacht ‘huh, watte?’ gooi je er nu zelf zorgeloos uit. Maar daarmee loop je dus het risico dat een gesprekspartner of lezer er geen bal van snapt (en dat niet durft toe te geven).
Vakgenoten onder elkaar is er vaak niks aan de hand, maar heb je te maken met een leek, dan kun je beter makkelijkere woorden kiezen. Conclusie: ken je doelgroep ;)
Teksten over hospitality nodig?
Kom je er niet uit met je websiteteksten, blogs of klantcases? Iets duidelijk voor je opschrijven kan ik goed. Vraag mij om b2b-teksten over gastvrijheid, hospitalitytechnologie of food. Mail me om te overleggen!